Download deze bijlage als PDF:
233028_SWV R&G_bijlage 5.10 v2.pdf

Vastgesteld document: MR Statuten
MR Informatie/bespreking/advies/instemming d.d. 12-01-2016
Bestuur Informatie/bespreking/vaststelling d.d. 16-02-2016

MR STATUUT

Preambule
Het medezeggenschapsstatuut is zodanig ingericht dat dit voor de MR van het samenwerkingsverband van toepassing is. Het statuut bevat de ‘kaart’ van de medezeggenschap en afspraken die de MR betreffen.

Medezeggenschapsstatuut van de MR van de vereniging: SWV Rijn & Gelderse Vallei PO.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  1. wet: de Wet medezeggenschap op scholen;
  2. bestuur: het bestuur van het samenwerkingsverband;
  3. MR: de medezeggenschapsraad van het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 3 van de wet;
  4. scholen: de scholen in het gebied van het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs;
  5. ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen van de scholen aangesloten bij het SWV Rijn & Gelderse Vallei;
  6. personeel van het samenwerkingsverband: het personeel dat benoemd is dan wel ten minste 6 maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het bestuur en dat werkzaam is bij het samenwerkingsverband;
  7. statuut: dit medezeggenschapsstatuut.

Artikel 2 Werkingsduur en wijziging statuut

  1. Het statuut treedt in werking op (1-1-2016) en heeft een werkingsduur van drie jaar. Daarna stelt het bestuur ten minste eenmaal in de drie jaar het statuut vast.
  2. Uiterlijk twee maanden voordat de termijn van de werkingsduur van het statuut is afgelopen, treden de MR en het bestuur in overleg over het evalueren, actualiseren en opnieuw vaststellen van het statuut.
  3. De MR en het bestuur kunnen voorstellen doen tot wijziging van het statuut ongeacht het verloop van de in het eerste lid van dit artikel genoemde termijn van de werkingsduur.
  4. Een voorstel tot het statuut en een wijziging daarvan behoeft de instemming van twee derde meerderheid van de leden van de MR om door het bestuur te kunnen worden vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap

Artikel 3 Samenstelling van de MR

  1. Bij het samenwerkingsverband is een MR.
  2. De MR bestaat uit 5 leden, waarvan 2 leden gekozen uit het personeel van het samenwerkingsverband en 3 leden gekozen uit het personeel dat ten minste 6 maanden te werk gesteld is zonder benoeming bij het samenwerkingsverband en werkzaamheden verricht ten behoeve van het samenwerkingsverband. De leden gekozen uit het personeel van het samenwerkingsverband vormen de voorzitter en secretaris.
  3. De verkiezing van de leden van de MR vindt plaats overeenkomstig het medezeggenschapsreglement van de MR.

Artikel 4 Besprekingen namens bestuur

  1. De besprekingen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet worden namens het bestuur gevoerd door de directeur van het samenwerkingsverband. Op eigen verzoek of op verzoek van de MR kan de directeur van het samenwerkingsverband door het bestuur van die taak worden ontheven. In dat geval zorgt het bestuur terstond voor een vergelijkbare vervanging.
  2. Op verzoek van de MR voert het bestuur in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de MR.

Hoofdstuk 3 Informatievoorziening

Artikel 5 Beschikbaar stellen informatie door het bestuur

  1. Het bestuur stelt, gevraagd en ongevraagd, de informatie die de MR nodig heeft voor het uitoefenen van de taken, tijdig en op een toegankelijke wijze beschikbaar. Onder ‘tijdig’ wordt verstaan: vanaf de beginfase van de beleidsontwikkeling, en in ieder geval op een zodanig tijdstip dat de MR de informatie bij de uitoefening van haar taken kan betrekken, en zo nodig deskundigen kunnen raadplegen. Onder ‘op een toegankelijke wijze’ wordt verstaan: op een wijze waardoor de informatie begrijpelijk, relevant en helder is voor de MR bij de uitoefening van hun taken.
  2. Het bestuur stelt de in het voorgaande lid bedoelde informatie in ieder geval schriftelijk, en zo mogelijk eveneens langs digitale weg, ter beschikking.
  3. Alle bedoelde informatie is in principe openbaar.
  4. De MR ontvangt in elk geval:
    1. jaarlijks de (meerjaren)begroting en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied;
    2. jaarlijks voor 1 mei informatie over de berekening die ten grondslag ligt aan de middelen uit ‘s Rijks kas die worden toegerekend aan het bestuur;
    3. jaarlijks voor 1 juli de jaarrekening en het jaarverslag;
    4. de uitgangspunten die het bestuur hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden;
    5. jaarlijks informatie over elk oordeel van de klachtencommissie, bedoeld in artikel 14 van de Wet op het primair onderwijs, waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bestuur naar aanleiding van dat oordeel zal nemen, dan wel heeft genomen alsmede informatie over geschillen waarbij het samenwerkingsverband direct of indirect betrokken is;
    6. ten minste eenmaal per jaar schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de algemene arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken van de bij of voor het samenwerkingsverband werkzame personen en de leden van het bestuur;
    7. ten minste eenmaal per jaar schriftelijk gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken met het orgaan van de rechtspersoon dat is belast met het toezicht op het samenwerkingsverband;
    8. aan het begin van het schooljaar schriftelijk de gegevens met betrekking tot de samenstelling van het bestuur, de organisatie binnen het samenwerkingsverband, het managementstatuut en de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid.

Artikel 6 Wederzijdse informatieverstrekking

  1. De MR brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk verslag uit over hun activiteiten aan de OPR.
  2. De MR stelt OPR in de gelegenheid om over aangelegenheden die de OPR in het bijzonder aangaat, met hen overleg te voeren.

Artikel 7 Informatieverstrekking achterban

  1. De MR doet aan het personeel van het samenwerkingsverband gevraagd en ongevraagd schriftelijk verslag over zijn activiteiten en stelt dit personeel in de gelegenheid om met hem overleg te voeren.
    De MR informeert dit personeel in ieder geval in de regel binnen uiterlijk vijftien dagen na een MR-vergadering of een vergadering tot overleg met het bestuur.
  2. Alle informatie wordt in principe schriftelijk verstrekt en waar mogelijk en wenselijk eveneens langs digitale weg.

Hoofdstuk 4 Faciliteiten

Artikel 8 Faciliteiten

  1. Het bestuur staat de MR het gebruik toe van de voorzieningen waarover het bestuur kan beschikken en die de MR voor de vervulling van zijn taken redelijkerwijs nodig heeft.
  2. Het bestuur treft een regeling voor de redelijkerwijs noodzakelijke kosten van medezeggenschapsactiviteiten die door de MR wordt ondernomen, daaronder begrepen scholingskosten, kosten voor inhuur van deskundigen en kosten van het voeren van rechtsgedingen.
  3. Het bestuur treft een regeling voor de leden van de MR voor faciliteiten in tijd ten behoeve van het voeren van overleg, scholing en overige medezeggenschapsactiviteiten. Deze faciliteiten worden vastgesteld op een zodanige omvang als redelijkerwijs noodzakelijk is voor de taakvervulling door deze leden van de MR.
  4. Tevens draagt het bestuur de kosten voor administratieve ondersteuning van de MR.
  5. De in dit artikel bedoelde regelingen en vergoedingen zijn vastgelegd in een faciliteitenregeling. Deze faciliteitenregeling is een integraal onderdeel van dit statuut.

Artikel 9 Wijze van beschikbaarstelling faciliteiten

  1. Op het verzoek van de MR stelt het bestuur de faciliteiten terstond aan de MR beschikbaar.
  2. Op het schriftelijk verzoek van de MR vergoedt het bestuur aan de MR terstond de kosten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, hierboven. De MR kan het bestuur verzoeken deze kosten rechtstreeks aan de deskundige of andere derde partij te betalen. In dit laatste geval voldoet het bestuur terstond aan dat verzoek.