Download deze bijlage als PDF:
233028_SWV R&G_bijlage 2.2.1 (1_zorgplicht) v5

d.d. 08-12-22

Zorgplicht in schema

233028_SWV R&G_bijlage 2.2.1 (zorgplicht) v5

Zorgplicht in schema – Verwijzingen vanuit het stroomschema

1 Aanmelding (basis)school

Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van voorkeur. De plaatsingsprocedure van de betreffende school is leidend. Om over te kunnen gaan tot toelating, plaatsing en inschrijving is voldaan aan de onderstaande voorwaarden:

  • Aanmelden kan vanaf de leeftijd van 3 jaar. Kinderen die jonger zijn, kunnen op een wachtlijst worden geplaatst.
  • Er is plaatsruimte op de school van aanmelding (de school is niet vol). • Ouders respecteren de grondslag van de school.
  • Bij aanmelding geven ouders de extra ondersteuningsbehoeften van hun kind aan, dan wel het vermoeden van extra ondersteuningsbehoeften.

Als ouders hun kind aanmelden bij het speciaal (basis) onderwijs dient de school dezelfde aanmeldprocedure te doorlopen als die voor het reguliere basisonderwijs, met dien verstande dat toelating, plaatsing en inschrijving alleen kan met een toelaatbaarheidsverklaring (TLV), afgegeven door het samenwerkingsverband voor respectievelijk sbo of so. Deze TLV wordt door de verwijzende basisschool aangevraagd.

Bij aanmelding door ouders vanuit een voorschoolse voorziening (eerste aanmelding) wordt de TLV aangevraagd door de gespecialiseerde school van aanmelding, o.a. op basis van het overdrachtsformulier van de voorschoolse voorziening. De gespecialiseerde school kan zonder een TLV geen toezegging doen van toelating, inschrijving en plaatsing.

2 Zorgplicht

Als een leerling voor het eerst wordt aangemeld bij een school (regulier of gespecialiseerd) en de inschatting wordt gemaakt dat de leerling extra onderwijsondersteuningsbehoeften heeft, dan geldt zorgplicht voor de school van aanmelding. Ouders geven bij aanmelding door of hun kind bij meerdere scholen is aangemeld. De school van voorkeur heeft zorgplicht. De zorgplicht geldt juridisch gezien voor het schoolbestuur. In praktijk vult de school van aanmelding de zorgplicht in. Als een leerling al staat ingeschreven op een basisschool, geldt de zorgplicht voor de verwijzende school.

Wanneer geldt de zorgplicht niet

Als de school waar het kind is aangemeld vol is. Dat moet dan wel voor alle leerlingen gelden. Scholen mogen bijvoorbeeld niet een aanmelding weigeren omdat ze teveel kinderen met een beperking binnen de school of klas hebben. De zorgplicht blijft in dat geval bij de verwijzende school en dit betekent o.a. het bieden van onderwijs aan de leerling die verwezen was en het zoeken naar een andere school. Bij aanmelding vanuit de onderinstroom heeft de school van aanmelding zorgplicht.

  • Indien de ouders weigeren de grondslag van de school te onderschrijven.
  • Wanneer leerlingen bijvoorbeeld een taalachterstand hebben en extra ondersteuning nodig hebben om die achterstand in te lopen. Voor de bestrijding van achterstanden zijn middelen beschikbaar bij de scholen en de gemeenten.
  • Bij aanmelding tot een instelling van cluster 1 of 2. Deze instellingen maken geen deel uit van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en hebben een eigen toelatingsprocedure.
  • Bij inschrijving op een ander niveau dan de oude school adviseert.

3 De school onderzoekt of extra ondersteuning nodig is

Om te onderzoeken of een leerling extra ondersteuning nodig heeft, gebruikt de school de verkregen informatie. Deze is afkomstig van de ouders, eventueel aangevuld met informatie van het kinderdagverblijf, de peuterspeelzaal, de vorige school en/of andere deskundigen. De school schat op basis van de aanwezige informatie in of en zo ja welke extra ondersteuning de leerling nodig heeft. Dit doet een school op basis van de vier pijlers van de basisondersteuning (zie ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband ) en eigen kennis en ervaringen. Een school maakt de inschatting ook als de informatie beperkt is.

4 Extra informatie opvragen

De school kan aangeven dat aanvullend onderzoek door een psycholoog of een orthopedagoog gewenst is. Hiervoor is toestemming van ouders nodig. Ook kan de school aanvullende informatie opvragen bij de ouders of bij andere instanties. Voor het laatste geven de ouders vooraf toestemming. De periode van 6 weken wordt uitgebreid met de tijd die nodig is van het opvragen t/m het ontvangen van de extra informatie. Als deze aanvullende informatie niet beschikbaar is of komt, dan beoordeelt de school op basis van de informatie die er wél is.

5 Onderzoekstermijn voor de scholen

De onderzoekstermijn gaat in vanaf het moment dat de school de (schriftelijke) aanmelding van ouders heeft ontvangen. Dat is meestal op de datum dat de ouders het aanmeldingsformulier hebben ingevuld. Vervolgens heeft de school zes kalenderweken de tijd om te onderzoeken of de school van aanmelding een passend aanbod en een passende plek kan bieden voor deze leerling en zo nodig een andere passende school te vinden. Gedurende deze periode hoeft de school de leerling niet te plaatsen. Als de termijn van zes weken verstreken is en het onderzoek nog niet is afgerond, kan deze termijn met vier kalenderweken worden verlengd. Indien na 10 weken de onderzoeksperiode nog niet is afgerond dan is de school van aanmelding wettelijk verplicht om de leerling te plaatsen en in te schrijven. Indien na inschrijving en plaatsing blijkt dat de ondersteuningsbehoeften van de leerling niet kan worden beantwoord door de school, dan geldt voor hen de zorgplicht om een andere school te zoeken. Ouders worden (schriftelijk) op de hoogte gehouden over de voortgang, termijnen en besluitvorming. De afwegingen en genomen besluiten zijn daarbij voor ouders duidelijk en transparant.

6 Plaatsing van de leerling op een reguliere school van aanmelding

Indien tijdens de onderzoeksperiode blijkt dat de reguliere basisschool tegemoet kan komen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling, wordt de leerling geplaatst op de school van aanmelding.

7 Plaatsing van de leerling op een reguliere school van aanmelding met extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband

Indien tijdens de onderzoeksperiode blijkt dat de reguliere basisschool niet tegemoet kan komen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling, kan in overleg met ouders, school en de steunpuntcoördinator van het samenwerkingsverband extra ondersteuning worden aangevraagd voor expertise en/of fi nanciën en expertise. De leerling kan daarmee op de school van aanmelding worden geplaatst met extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband.

8 Plaatsing van de leerling op een andere reguliere basisschool

Als de school van voorkeur niet tegemoet kan komen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van de leerling zoekt de school samen met haar schoolbestuur naar een andere reguliere basisschool binnen het bestuur of de regio (baobao- plaatsing). Het schoolbestuur kan zich laten ondersteunen door de steunpuntcoördinator van het samenwerkingsverband. De steunpuntcoördinator heeft inzicht in de schoolondersteuningsprofielen van alle scholen in de regio. Het zoeken naar een andere school gaat in samenspraak met ouders. De “nieuwe” school mag dezelfde procedure doorlopen als de eerste school, met dien verstande dat het binnen de onderzoekstermijn van de eerste school moet vallen. Dan geldt er een gedeelde zorgplicht. Als deze school aangeeft dat toelating, inschrijving en plaatsing mogelijk is, dan is het aan ouders om hun kind op die school in te schrijven. Pas op dat moment gaat de zorgplicht over naar de nieuwe school c.q. het nieuwe schoolbestuur. Als er meer scholen geschikt zijn, hebben ouders keuzevrijheid.

9 Plaatsing van de leerling op een school voor sbo of so met een toelaatbaarheidsverklaring (TLV)

Indien tijdens de onderzoeksperiode blijkt dat de reguliere basisschool niet tegemoet kan komen aan de onderwijsondersteuningsbehoeften van het kind, kan plaatsing op het speciaal (basis) onderwijs worden overwogen. Toelating, plaatsing en inschrijving kan alleen met een toelaatbaarheidsverklaring (TLV), afgegeven door het samenwerkingsverband voor respectievelijk sbo of so.

Bij een eerste aanmelding kunnen ouders, op advies van de voorschoolse voorziening en zo mogelijk in afstemming met een contactpersoon jonge kind van het samenwerkingsverband, aanmelden op een gespecialiseerde school voor sbo en so. De school van aanmelding vraagt de TLV aan door het aanleveren van een dossier dat ten minste bestaat uit:

  • Aanvraagformulier TLV.
  • Overdrachtsformulier.
  • Aanvullende onderzoeksgegevens en gespreksverslagen (met ouders).
  • Bij voorkeur een beschrijving van de schoolondersteuningsbehoeften schoolondersteuningsbehoeften die door de betrokken contactpersoon jonge kind zijn benoemd.

Indien een leerling al is geplaatst in het onderwijs en wordt aangemeld bij het speciaal (basis)onderwijs, vraagt de verwijzende school de TLV aan. In overleg met ouders, school en steunpuntcoördinator wordt door de verwijzende school een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd bij het samenwerkingsverband. Deze TLV-aanvraag is compleet als er een of meerdere ondersteuningsteams (OT’s) hebben plaatsgevonden en de volgende documenten zijn ingediend:

  • Aanvraagformulier TLV.
  • OPP (ingevuld door verwijzende school o.b.v. de gegevens uit de onderzoeksperiode), waarbij het handelingsdeel is ondertekend door ouders.
  • Eventuele aanvullende gegevens zoals (psycho)diagnostische/ medische verslaglegging.

Route na het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV)

Na een TLV aanvraag zijn er drie besluiten mogelijk:

  • De TLV wordt afgegeven; ouders melden hun kind aan bij de gespecialiseerde school voor sbo of so, de school doorloopt haar toelatingsprocedure en kan de leerling toelaten, plaatsen en inschrijven. Deze school neemt de zorgplicht over.
  • Het besluit tot het afgeven van een TLV wordt aangehouden. Dit gebeurt als het dossier niet compleet is, dan wel als er ondersteuningsmogelijkheden binnen het reguliere onderwijs worden gezien. De school van aanmelding behoudt de zorgplicht.
  • De TLV wordt niet toegekend. De verwijzende school behoudt de zorgplicht en vervolgt de weg naar een passende onderwijsplek. In het geval van onderinstroom ligt de zorgplicht bij de school van aanmelding. De steunpuntcoördinator kan ondersteunen in de vervolgroute.

Zijn ouders en/of school het niet eens met de beslissing van de TLV-commissie, dan kunnen zij binnen zes weken na afgifte van de TLV een bezwaar indienen bij de directeur-bestuurder van het samenwerkingsverband. Het bezwaar wordt bevestigd aan ouders door de secretaresse leerlingenzaken binnen 5 werkdagen. De directeur-bestuurder legt het bezwaar voor aan de bemiddelingscommissie van het samenwerkingsverband. Deze brengt na een gesprek een advies uit aan de directeur-bestuurder. Het besluit wordt gemeld aan de ouders en de school.

Houden ouders en/of school hierna bezwaar tegen het besluit, dan is er de mogelijkheid om formeel bezwaar in te dienen bij de Landelijke geschillencommissie via de directeur- bestuurder van het samenwerkingsverband. Alleen het samenwerkingsverband kan namelijk een bezwaar ter advies voorleggen bij de landelijke Geschillencommissie ² (niet ouders of schoolbestuur).

² www.onderwijsgeschillen.nl/commissie/geschillencommissiepassend-onderwijs-gpo

10 Verhuizen van een leerling met extra ondersteuningsbehoeften

Indien een leerling met extra ondersteuningsbehoeften verhuist naar een andere woonplaats, melden ouders hun kind schriftelijk aan bij een school van keuze volgens bovenstaande aanmeldingsprocedures en geven toestemming voor informatieoverdracht. De huidige en toekomstige school hebben daarop contact met elkaar voor (informatie)overdracht. De toekomstige school schat op basis hiervan in of zij de leerling de benodigde extra ondersteuning kunnen bieden.

De mogelijkheden binnen scholen en samenwerkingsverbanden kunnen verschillend zijn. Dit heeft te maken met de normen van basisondersteuning (vastgesteld in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en de mogelijkheden van de school (vastgelegd in het schoolondersteuningsprofiel). Het is dus mogelijk dat de toekomstige school andere mogelijkheden heeft om onderwijsondersteuning te bieden. De vraag aan het samenwerkingsverband voor extra ondersteuning kan daardoor ook verschillen. In overleg met ouders, school en de steunpuntcoördinator van het samenwerkingsverband kan zo nodig extra ondersteuning worden aangevraagd middels expertise of middelen. Dit geldt dan als een plaatsing van de leerling op de school van aanmelding met extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband.

Verhuizen met een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het speciaal (basis) onderwijs

Als een leerling afkomstig van een reguliere school van een ander SWV verhuist naar het SWV Rijn & Gelderse Vallei, en plaatsing wil bij een s(b)o-school dan is het SWV waar de verwijzende school staat verantwoordelijk voor afgifte TLV en bekostiging van de s(b)o-plaats.

Als een leerling met een TLV sbo of so verhuist naar het SWV Rijn & Gelderse Vallei, en plaatsing wil bij een s(b)o-school dan is het SWV waar het kind vandaan komt verantwoordelijk voor afgifte en bekostiging TLV. Bij de eerste inschrijving is het samenwerkingsverband van de woonplaats van de leerling verantwoordelijk voor het afgeven van de TLV-bekostiging van de plaatsing. Ook als de leerling na de plaatsing verhuist.

N.B. Indien een leerling afkomstig is vanuit een cluster 1 of 2 instelling en plaatsing in s(b)o van SWV Rijn & Gelderse Vallei wordt aangevraagd middels een TLV, dan is de woonplaats van de leerling bepalend voor welk samenwerkingsverband dit moet afgeven.

Ondersteuningsplan

Dit schema zorgplicht is een bijlage van het ondersteuningsplan 2022-2026. In dit plan wordt uitgebreide toelichting gegeven over de wijze waarop het samenwerkingsverband passend onderwijs organiseert en onderwijsondersteuning inhoud geeft.

Basisondersteuning

Elke basisschool binnen het samenwerkingsverband biedt basisondersteuning. Hierdoor is het voor ouders inzichtelijk wat zij tenminste van de school mogen verwachten op het gebied van onderwijs en onderwijsondersteuning. Onderdeel van de basisondersteuning zijn preventieve en licht curatieve interventies. Het schoolbestuur en de schooldirecteur zijn verantwoordelijk voor de basisondersteuning. De basisondersteuning van een school staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel (SOP). Dit profiel is openbaar en inzichtelijk voor ouders.

Extra ondersteuning

Als de onderwijsbehoeften van een leerling de mogelijkheden van de basisondersteuning overstijgen, dan spreken we over extra onderwijsondersteuningsbehoeften. Om hieraan tegemoet te komen, beschrijft de school wat zij nodig heeft om het onderwijs voor de leerling(en) passend te maken.

Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)

De school stelt een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op voor elke leerling die extra ondersteuning krijgt. Als de ondersteuning onder de basisondersteuning valt dan hoeft er geen OPP te worden opgesteld. Wat er onder basisondersteuning wordt verstaan staat beschreven in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en in de schoolondersteuningsprofielen van de scholen die bij het samenwerkingsverband zijn aangesloten.

In het OPP staat in elk geval het verwachte uitstroomniveau van de leerling met onderbouwing en weergave van de belemmerende en bevorderende factoren en in het handelingsdeel een beschrijving van de te bieden ondersteuning en begeleiding en – indien aan de orde – de afwijkingen van het (reguliere) onderwijsprogramma. De school voert jaarlijks overleg met de ouders over het ontwikkelingsperspectief, zij ondertekenen het handelingsdeel voor akkoord.